Voor begeleiders
Begrijp het gedrag van je cliënt
Het hebben van diabetes is voor een cliënt niet leuk. Vooral niet als hij of zij daardoor sommige dingen niet meer mag of anders moet gaan doen. Dit kan bepaalde gevoelens bij de cliënt oproepen. Denk aan boosheid dat hij niet meer alles mag, maar soms ook angst of verdriet of ontkenning.
In het voorbeeld hierna is te zien dat een cliënt de ziekte ontkent. Dit kan voor jou als begeleider lastig zijn om mee om te gaan. Hier vind je een voorbeeld waarbij aandacht voor het begrijpen van het gedrag van je cliënt centraal staat.
Begrijpen
Het begint bij het in kaart brengen en begrijpen van het gedrag van de cliënt. Dit doe je door te luisteren en observeren, doorvragen en te checken of de cliënt de informatie echt begrijpt. De cliënt kan doen alsof hij het weet, maar misschien begrijpt hij het toch niet. Probeer in zijn handelen te observeren of hij het echt begrijpt of vraag er op een later moment nog eens naar.
Begeleider Jeroen: Hij wordt soms boos als hij niet alles mag eten
“Als je tegen mijn cliënt zegt: Je hebt suikerziekte dus je kunt beter die gevulde koek niet nemen. Dan negeert hij gewoon dat hij die ziekte heeft. Hij weet dat hij ziek is, maar hij wil het eigenlijk niet weten. Want het beperkt hem in zijn eetgedrag. We proberen het positief te sturen, bijvoorbeeld als hij extra wil opscheppen dan zeggen wij: ‘Doe dan maar wat groente ofzo...’ De ene keer lukt het goed om hem te sturen, de andere keer vindt hij het onredelijk. Dan wordt hij er boos om. Het is net wat voor pet hij op heeft die dag.”